Mos en fijnstof

Sommige dingen zijn er gewoon altijd en bijna overal zoals mos en fijnstof. Ze horen een beetje bij elkaar. Ten eerste vallen beide ons nauwelijks op. De een, fijnstof, is min of meer onzichtbaar want is gedefinieerd als kleiner dan het honderdste deel van een millimeter. De ander, mos, merken de meeste mensen alleen op als ze er over uit glijden. Strikt genomen produceren mossen zelf ook fijnstof, want zo klein is een spore waarvan een mos er enorme aantallen uitstoot. Maar het wordt spannender als je bedenkt dat mos min of meer leeft van de lucht. Of beter gezegd, van alles wat daar in rond zweeft, fijnstof dus.

De mosplant is een van de vroegste landplanten, maar een die zich niet helemaal los heeft kunnen maken van het leven in water. Zonder vaat- en worstelstelsel zijn ze geheel aangewezen op hun uitwendig waterig milieu. Passief nemen ze dan ook alle in water opgeloste fijnstof tot zich. Daar zit veel in, niet allemaal even gezond natuurlijk, ook niet voor een mosplant. Mos wordt daarom ook wel beschouwd als een milieu indicator. Je kunt aan het wel of niet voorkomen van bepaalde mossoorten het milieutype als het ware aflezen.

Bij ons menschen kun je allerlei gecompliceerd chemisch en klonterend ongemak in de bloedbanen verwachten van fijnstof. Toxische stoffen in fijnstof lijken mos echter niet te deren. Het draait bij mos meer om het voedselaanbod. Is er veel of weinig fijnstofvoedsel, is het verzurend of juist niet? Maar er is altijd wel een mossoort die er aan aangepast is. Mos is dan ook een verzamelnaam voor honderden verschillende soorten. Ze kunnen gedijen in de meest uiteenlopende habitats. In stad vooral ook op muren en tussen stoeptegels waar kruiden het moeilijk hebben en het voedsel dankzij onze uitbundige fijnstof productie hoog is. Zelfs in de volle zon vind je mos. Hoewel een vochtige omgeving essentieel is voor mos zijn er toch mossen die zich met behulp van lichtwerende glasharen aan veel zon aangepast hebben zoals zilvermos. Zonder veel zon kan het natuurlijk ook langere perioden droog zijn. Dat is voor veel mossoorten geen probleem, het mos zet zijn leven op een extreem laag pitje en zijn bladeren rechtop tegen zijn stengel en leeft dan zelfs even niet van de lucht.

Dan neemt het mos dus ook geen fijnstof op jammer want dat willen we bij het stadslab juist graag. Alhoewel aangetoond is dat mos in de stad maar voor een klein percentage bijdraagt aan het wegvangen van fijnstof onderzoekt stadslab toch of we dit kunnen optimaliseren. Wat zijn ideale mossoorten en hoe kunnen we ze toepassen om het fijnstofwegvangrendement zo hoog mogelijk te krijgen? Wat is bijvoorbeeld een ideale makkelijk toepasbare drager en kun je mos ook op een tunnelwand laten groeien?

Het stadslab onderzoekt en ontwikkelt verschillende mos toepassingen zoals een mostegel en een moswand. Om deze testen in verschillende milieus doen we hierbij een oproep aan mensen die een tegel / panelen in hun tuin willen!

Stuur een mail naar: xenotec@kpnmail.nl of hanvanhulzen@yahoo.com

4 Comments

Leave a Reply